Op grond van het algemene verbintenissenrecht kan een contractspartij de rechter verzoeken een overeenkomst aan te passen als er sprake is van onvoorziene omstandigheden. In het bouwrecht voorziet artikel 7:753 BW hier specifiek in. Dit artikel geeft de aannemer de mogelijkheid om de reeds tot stand gekomen prijs voor een werk te verhogen als er sprake is van kostenverhogende omstandigheden. Indien er na het sluiten van de overeenkomst kostenverhogende omstandigheden ontstaan of aan het licht komen, zonder dat de aannemer iets te verwijten valt, zal de rechter op vordering van de aannemer de overeengekomen prijs kunnen aanpassen.
Als de kostenverhoging het gevolg is van onjuiste gegevens die de aannemer van de opdrachtgever heeft ontvangen en deze gegevens voor de prijsbepaling van belang waren, mag de aannemer zonder tussenkomst van de rechter de prijs aanpassen. Deze bevoegdheid geldt niet als de aannemer de onjuistheid van de gegevens had moeten ontdekken. Een aannemer doet er dan ook verstandig aan de door de opdrachtgever verstrekte gegevens globaal te controleren. Hetgeen ook in lijn is met de op de aannemer rustende waarschuwingsplicht voor klaarblijkelijke fouten in het ontwerp/bestek afkomstig van de opdrachtgever.
De aannemer is dus in beginsel gehouden om zijn opdrachtgever zo spoedig mogelijk te waarschuwen voor de noodzaak van een prijsverhoging. De opdrachtgever moet namelijk in de gelegenheid worden gesteld om het werk te beperken of te versoberen.
De met artikel 7:753 BW corresponderende bepaling in de UAV (1989/20102) is § 47. Hierin wordt onder kostenverhogende omstandigheden verstaan omstandigheden die van dien aard zijn dat daar bij het tot stand komen van de overeenkomst geen rekening mee behoefde te worden gehouden, zij de aannemer niet kunnen worden toegerekend en de kosten van het werk hierdoor aanzienlijk verhogen.
Volgens § 47 UAV heeft de aannemer aanspraak op bijbetaling in geval van kostenverhogende omstandigheden. Ook onder de UAV rust er op de aannemer een waarschuwingsplicht jegens de opdrachtgever. De opdrachtgever heeft het expliciete recht om in plaats van in te stemmen met bijbetaling, het werk te vereenvoudigen of zelfs te beëindigen. In dat geval zal het door de opdrachtgever verschuldigde naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid worden vastgesteld.
Het verschil met de regeling bij kostenverhogende omstandigheden zoals opgenomen in het BW is dat het moet gaan om omstandigheden die de kosten van het werk aanzienlijk verhogen. Dit vereiste ontbreekt in het BW. Wel komt overeen de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor het verstrekken van juiste gegevens.