3 min lezen

ontruimingsbescherming

Thomas van Vugt
Thomas van Vugt
Neem contact op

Ontruiming aangezegd: en nu?

Huurders van zogenoemde ‘overige bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW’, waaronder kantoorruimte, die geconfronteerd worden met een ontruimingsaanzegging van de verhuurder, kunnen de rechter vragen om ontruimingsbescherming. In het uiterste geval kan een huurder zijn verblijf met wel drie jaar verlengen. Hoe gaat dit in zijn werk?

Schorsing van de verplichting tot ontruiming

In artikel 7:230a van het Burgerlijk Wetboek is een regeling vastgelegd waarin staat dat een huurder van overige bedrijfsruimte binnen twee maanden na de datum waartegen de ontruiming is aangezegd, een verzoekschrift kan indienen bij de sector kanton van de bevoegde rechtbank. Gedurende deze periode kan de huurder niet gedwongen worden tot ontruiming van de bedrijfsruimte over te gaan.

Een huurder doet er dan ook verstandig aan het verzoekschrift ten behoeve van de ontruimingsbescherming vlak voor het einde van deze termijn in te dienen. Zo profiteert hij maximaal van de bescherming die de wet hem geeft.

Verzoekschrift ontruimingsbescherming

Als de huurder het verzoekschrift tijdig heeft ingediend, hoeft hij de bedrijfsruimte niet te ontruimen totdat de rechter een beslissing heeft genomen. In de procedure moet eerst worden vastgesteld dat het daadwerkelijk om een overige bedrijfsruimte gaat. Anders bestaat er geen recht op ontruimingsbescherming. Ook de brief waarmee de huur is opgezegd en de ontruiming is aangezegd wordt beoordeeld.

Een opzegging (beëindiging) van een huurovereenkomst bedrijfsruimte is iets anders is dan een aanzegging tot ontruiming van die bedrijfsruimte. Als een verhuurder de huurovereenkomst opzegt, maar de aanzegging tot ontruiming achterwege laat, gaat de hiervoor genoemde termijn van twee maanden niet lopen en kan de huurder dus niet gedwongen worden de gehuurde bedrijfsruimte te ontruimen. Het tijdstip waartegen de ontruiming wordt aangezegd mag niet vóór het tijdstip waartegen wordt opgezegd liggen.

Verzoek schorsing ontruiming: belangenafweging

De rechter kan het verzoek voor maximaal een jaar toewijzen, maar het is mogelijk om het verzoek nog twee keer te herhalen. In de procedure zal de rechter de belangen van de verhuurder bij ontruiming afwegen tegenover de belangen van de huurder om de bedrijfsruimte te kunnen blijven gebruiken.

Als de rechter van mening is dat de belangen van de huurder door een ontruiming ernstiger worden geschaad dan de belangen van de verhuurder bij voortzetting het gebruik van de bedrijfsruimte, dan verlengt de rechter de ontruimingstermijn. Hierbij mag de rechter alle omstandigheden van het geval meewegen.

Zo kan bijvoorbeeld van belang zijn hoe ver van tevoren de verhuurder de ontruiming heeft aangezegd, of er voor de huurder vergelijkbare bedrijfsruimte in de omgeving beschikbaar is en wat de plannen van de verhuurder zijn met de betreffende bedrijfsruimte.

Niet iedere huurder heeft recht op ontruimingsbescherming

Niet iedere huurder van overige bedrijfsruimte heeft recht op ontruimingsbescherming. Overigens heeft niet iedere huurder recht op ontruimingsbescherming. Huurders van overige bedrijfsruimte die de huurovereenkomst zelf hebben opgezegd, die hebben ingestemd met de beëindiging van de huurovereenkomst of door de rechter zijn veroordeeld omdat ze hun verplichtingen niet zijn nagekomen, hebben geen recht op ontruimingsbescherming.

Gebruiksvergoeding

Omdat de huurovereenkomst door de opzegging komt te eindigen, spreekt men na afloop van de huurovereenkomst niet meer over de huurprijs maar over de gebruiksvergoeding. Die is weliswaar vrijwel altijd gelijk aan de laatste maandelijkse huurprijs, maar in de procedure kan de advocaat huurrecht aan de rechter vragen om die vergoeding te verhogen of juist te verlagen.

Geen hoger beroep mogelijk

Als de rechter met de advocaat van de verhuurder van mening is dat de belangen van de verhuurder prevaleren, dan wijst hij het verzoek om ontruimingsbescherming van de advocaat van de huurder af en stelt hij de datum van ontruiming vast.

Tegen deze beslissing van de rechter staat géén hoger beroep open. Ook om die reden is het verstandig om je bij te laten staan door een advocaat met verstand van het huurrecht bedrijfsruimte of een andere huurspecialist in het huurrecht bedrijfsruimte.

Advocaat huurrecht bedrijfsruimte

Voor zowel huurder als verhuurder is het in dit soort situaties belangrijk dat tijdig en op de juiste manier voldaan wordt aan de procedurele eisen die de wet stelt. Een advocaat huurrecht kan uitkomst bieden. De AMS Advocaat staat zowel huurder als verhuurder bij.

Nieuws-
brief

Ravel Residence