Het tot stand brengen van een akkoord onder de WHOA neemt enige tijd in beslag. De totstandkoming van het akkoord zou gevaar lopen indien schuldeisers beslag zouden kunnen leggen of de onderneming failliet zouden kunnen laten verklaren. Om deze reden biedt de wet de mogelijkheid om een afkoelingsperiode aan te vragen. Tijdens deze afkoelingsperiode heeft de schuldenaar de mogelijkheid gedurende een bepaalde periode een akkoord te kunnen voorbereiden en aan te bieden, zonder dat schuldeisers dat frustreren.
Als de schuldenaar ter griffie van de rechtbank een startverklaring heeft gedeponeerd, en een WHOA-akkoord heeft aangeboden of toezegt dat hij binnen een termijn van ten hoogste twee maanden een dergelijk akkoord zal aanbieden, of er door de rechtbank een herstructureringsdeskundige is aangewezen, kan de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige de rechtbank verzoeken een afkoelingsperiode af te kondigen.
Een verzoek een afkoelingsperiode af te kondigen wordt toegewezen, indien summierlijk is aangetoond dat:
Tijdens de afkoelingsperiode kunnen schuldeisers zich niet verhalen op goederen. Er kan in deze periode dus geen beslag worden gelegd. De schuldenaar kan tijdens de afkoelingsperiode onder voorwaarden goederen (zoals voorraden) blijven verkopen zodat de exploitatie van de onderneming kan worden voortgezet.
Daarnaast heeft de afkoelingsperiode gevolgen voor de pandhouder die een pandrecht heeft op vorderingen. De pandhouder is indien de schuldenaar voldoende vervangende zekerheid stelt, tijdens de afkoelingsperiode niet bevoegd om (indien het een stil pandrecht betreft) het pandrecht openbaar te maken door middel van mededeling en/of om de verpande vorderingen te innen.
Tijdens de afkoelingsperiode wordt de behandeling van verzoeken tot faillietverklaring of verlening van surséance van betaling opgeschort.
Deze afkoelingsperiode geldt in eerste instantie voor maximaal vier maanden. Indien de schuldenaar tijdig voor verstrijking van deze termijn aannemelijk kan maken dat er belangrijke vooruitgang is geboekt in de totstandkoming van het akkoord, kan de rechtbank de afkoelingsperiode verlengen. Indien er ten tijde van het indienen van het verlengingsverzoek een verzoek tot homologatie van het aangeboden akkoord is ingediend, zal dat volgens de wet worden gezien als een belangrijke vooruitgang. Inclusief verleningen kan de afkoelingsperiode niet langer duren dan acht maanden.