De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) is een instrument om bedrijfsschulden te herstructureren. Hoewel aandeelhouders strikt genomen geen schuldeiser zijn, spelen zij wel een rol binnen een herstructurering met toepassing van de WHOA.
De WHOA beoogt de macht van aandeelhouders te verminderen. Allereerst is geen goedkeuring van de aandeelhouders nodig om het bestuur een WHOA-regeling te laten voorstellen (en doorvoeren). Het door de rechter verbindend verklaarde (gehomologeerde) akkoord treedt in de plaats van een aandeelhoudersbesluit – als dat vereist zou zijn.
Een WHOA regeling kan rechten van aandeelhouders zelfs zonder hun instemming wijzigen. Als zij “out of the money” zijn (dat wil zeggen: als de aandelenin feite geen intrinsieke waarde meer vertegenwoordigen), en zij ook niet willen bijdragen aan de financiering van schulden (welke financiering die waarde in de toekomst weer kan wijzigen), is aanpassing van de positie van de winstgerechtigde aandeelhouders gerechtvaardigd. Denk hierbij aan verwatering van het aandelenbelang (zoals bij een ‘debt for equity swap’, waarbij een schuldeiser zijn vordering inruilt voor een aandelenbelang). Een verbindende WHOA-regeling kan ook leiden tot veranderingen in specifieke aandeelhoudersrechten, en kan overeenkomsten tussen aandeelhouders zelfs beëindigen.
Dit betekent niet dat aandeelhouders machteloos zijn binnen de WHOA. Zij hebben verschillende manieren om hun invloed aan te wenden:
Dit is echter moeilijk; de rechtbank zal de WHOA in principe goedkeuren tenzij aandeelhouders slechter af zijn dan bij een faillissement. De aandeelhouders zullen in de praktijk dus moeten aantonen dat ze “in the money” zijn, en dat is niet altijd eenvoudig. Toch valt wel degelijk inhoudelijk te debatteren over het aangeboden akkoord en de grondslagen daarvan. Vooral de herstructureringswaarde van de onderneming is daarbij van belang – die waarde kan variëren in verschillende scenario’s (liquidatie, of continuïteit, en daarbinnen te maken beleidskeuzes).