De procedure bij de Ondernemingskamer kan lang duren. Soms duurt het onderzoek wel meer dan een jaar. Wat de enquêteprocedure daarom in de praktijk zo succesvol heeft gemaakt is het feit dat de Ondernemingskamer in iedere fase van de procedure op verzoek van een advocaat onmiddellijke voorzieningen kan treffen, als daartoe een spoedeisend belang bestaat.
In de praktijk wordt een verzoek tot het instellen van een onderzoek vaak gecombineerd met een verzoek tot het treffen van bepaalde voorlopige voorzieningen. Dat laatste verzoek wordt dan vaak als eerste behandeld. De Ondernemingskamer kan daarbij verregaande maatregelen treffen, die direct ingrijpen in de verhoudingen binnen de vennootschap. Zo kan de Ondernemingskamer bestuurders of commissarissen schorsen, ontslaan, een (extra) bestuurder of commissaris benoemen (die zelfs bijzondere bevoegdheden of een doorslaggevende stem kan hebben), stemrecht ontnemen van een bepaalde aandeelhouder, of zelfs aandelen overdragen aan een derde ten titel van beheer.
Dit maakt het mogelijk om via een enquêteprocedure snel uit een impasse te geraken. In de praktijk wordt de enquêteprocedure daarom vaak gebruikt als breekijzer in aandeelhoudersgeschillen.
Het wetsvoorstel wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure zal op korte termijn een aantal wijzigingen in de bestaande geschillenregeling doorvoeren. Allereerst wijzigt de geschillenregelingsprocedure van een dagvaardingsprocedure naar een verzoekschriftprocedure, die in één feitelijke instantie wordt gevoerd bij de Ondernemingskamer. Daarnaast wijzigt de Wagevoe het bestaande criterium voor uitstoting (dat gedragingen in de hoedanigheid van aandeelhouder als uitgangspunt neemt) op een zodanige wijze dat ook gedragingen in een andere hoedanigheid (bijvoorbeeld als bestuurder) door de rechter kunnen worden meegenomen in de vordering tot uitstoting.