3 min lezen

het onderzoek en de onderzoeker

Sjoerd Yntema
Sjoerd Yntema
Neem contact op

Wanneer het enquêteverzoek wordt toegewezen benoemt de Ondernemingskamer één of meer onderzoekers (maar doorgaans één). De onderzoeker heeft verregaande bevoegdheden. Hij krijgt toegang tot de volledige administratie en alle betrokkenen binnen de vennootschap zijn verplicht tot medewerking aan het onderzoek. De onderzoeker maakt van zijn bevindingen een verslag. Met dit verslag (dat bij de griffie van de Ondernemingskamer wordt gedeponeerd) wordt de eerste fase van de enquêteprocedure afgesloten.

Leidraad voor onderzoekers

De onderzoeker heeft vergaande bevoegdheden. Inhoudelijk is de onderzoeker gebonden aan de Leidraad voor onderzoekers in enquêteprocedures. De Leidraad bevat voorschriften met betrekking tot de voorbereiding, uitvoering, hoor en wederhoor en de verslaglegging van het onderzoek.

Plan van aanpak

Na ontvangst van het procesdossier stelt de onderzoeker een plan van aanpak op (zoals verzocht in het dictum). Het plan van aanpak bevat de visie van de onderzoeker op het onderwerp en de wijze van onderzoek. Tijdens het onderzoek dient de onderzoeker partijen te informeren als er wezenlijke afwijkingen van het plan nodig zijn. Partijen kunnen input geven op het plan. Het plan bevat in ieder geval een omschrijving van het onderwerp van het onderzoek na de interpretatie van het dictum, de onderzoeksvragen, hoe hoor en wederhoor toegepast zal worden en de verschillende stadia met een tijdspad en een begroting.

Kosten onderzoek

De kosten worden in aanvang gedragen door de vennootschap. Als duidelijk is dat de vennootschap die kosten niet kan dragen, wordt de verzoeker in de praktijk verzocht zelf zekerheid voor deze kosten te stellen. Afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek kunnen de kosten later op de verzoeker of het bestuur worden verhaald.

De kosten worden voorafgaand door de Ondernemingskamer vastgesteld (art. 2:350 lid 3 BW) aan de hand van de begroting in het plan van aanpak. De onderzoeker begint niet eerder dan nadat het begrote bedrag (als voorschot) aan hem betaald is. De Ondernemingskamer beslist bij beschikking over de definitieve kosten na partijen gelegenheid te hebben geboden om gehoord te worden.

Uitvoering onderzoek

De onderzoeker heeft als gezegd verregaande onderzoeksbevoegdheden. Hij is gerechtigd tot raadpleging van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de rechtspersoon (art. 2:351 lid 1 BW). Bij weigering kan hij door middel van de raadsheer commissaris inzage vragen (2:352 lid 1 BW).

Het horen van (feitelijk) bestuurders, commissarissen of andere betrokkenen (accountant, medewerkers, ondernemingsraad) is een essentieel onderdeel van de enquête. Dit gebeurt door middel van interviews. Het is voor de geïnterviewde personen niet toegestaan hun verklaringen op voorhand af te stemmen (art. 2:351 lid 1 BW).

Gelet op deze bevoegdheden moet de onderzoeker beleid hebben over de communicatie en over zijn geheimhoudingsplicht. De onderzoeksinformatie kan ook betrekking hebben op bedrijfsgeheimen. Met deze informatie zal de onderzoeker extra zorgvuldigheid moeten betrachten.

Het onderzoeksverslag

De onderzoeker kan gebruik maken van tussentijdse rapportages. De uiteindelijke uitkomst van het onderzoek wordt neergelegd in het onderzoeksverslag (art. 2:353 lid 1 BW). De primaire functie hiervan is het beantwoorden van de onderzoeksvragen. De praktische functie van het verslag is echter gelegen in de mogelijkheid voor de Ondernemingskamer om wanbeleid vast te stellen en voorzieningen te treffen ‘indien uit het verslag van wanbeleid is gebleken’ (art. 2:355 lid 1 BW).

In het verslag dient de onderzoeker zich te onthouden van de kwalificatie van wanbeleid of aanbevelingen over mogelijke voorzieningen, vaststelling van verantwoordelijkheid voor wanbeleid of kostenverhaal ex art. 2:354 BW.

Het verslag wordt ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd (art. 2:353 lid 1 BW), waarvan sprake is wanneer de formele verklaring van de Ondernemingskamer aan partijen wordt gedaan dat het verslag ter griffie is neergelegd. Met de neerlegging komt in de eerste plaats een einde aan de eerste fase-procedure en daarmee tevens aan de taak van de onderzoeker. Tevens gaat op het moment van neerlegging de termijn voor het doen van een tweede fase verzoek lopen.

Nieuws-
brief

Ravel Residence