Na een tussenvonnis kan de rechter beslissen dat er nog een schriftelijke ronde nodig is. In deze fase dienen zowel de eiser als de gedaagde hun standpunten verder schriftelijk toe te lichten. De eiser doet dit door het indienen van een conclusie van repliek, waarop de gedaagde weer kan reageren met een conclusie van dupliek. Beide partijen krijgen hiervoor doorgaans zes weken de tijd. Als er al een tussenvonnis is gewezen, wordt deze termijn meestal ingekort tot vier weken.