Ben je verwikkeld in een juridisch geschil en overweeg je een gerechtelijke procedure te starten? Of heb je een dagvaarding ontvangen en weet je niet wat je kunt verwachten? In deze blog leggen we stap voor stap uit hoe een civiele procedure verloopt, van begin tot eind.
Het burgerlijk procesrecht omvat alle regels omtrent civielrechtelijke procedures: de wijze van het aanhangig maken van een geschil, de wijze van procederen, procestermijnen, de formele eisen die aan processtukken worden gesteld et cetera. De belangrijkste wetten in het procesrecht zijn het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet op de Rechterlijke Organisatie.
Verder zijn de (rol)reglementen die door de rechtbanken en gerechtshoven zelf worden opgesteld zeer relevant: in deze regelingen wordt de feitelijke gang van zaken rond procedures geregeld. Denk aan vereisten met betrekking tot indiening van stukken, regels over uitstel van zittingen en andere “huisregels”.
De advocaten van AMS zijn allen, naast hun specialisatie in hun rechtsgebied, ervaren procesadvocaten. Dit betekent dat zij geregeld klanten adviseren over en hen ook bijstaan in civiele procedures. Dit zijn procedures die volgens de regels van het Nederlands burgerlijk procesrecht plaatsvinden voor de kantonrechter, de voorzieningenrechter, de “gewone” bodemrechter, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. De advocaten van AMS hebben daarnaast ervaring met arbitrageprocedures en werken geregeld samen met gespecialiseerde kantoren in cassatieprocedures.
Deze pagina bespreekt de belangrijkste onderdelen van een civiele dagvaardingsprocedure.
Wanneer een geschil ontstaat tussen partijen uit verschillende landen, is het essentieel om vast te stellen welk recht van toepassing is. Dit kan worden bepaald door afspraken tussen de partijen, maar ook door internationale regelgeving, zoals de Rome I- en Rome II-verordening. Voor internationale koopcontracten tussen bedrijven geldt vaak het Weens Koopverdrag, dat op specifieke punten afwijkt van Nederlands recht. Meer informatie over toepasselijk recht en de relevante regels vindt u op de betreffende pagina.
Een civielrechtelijke procedure is een rechtszaak tussen twee of meer partijen die een geschil hebben over bijvoorbeeld een contract, eigendom, of schadevergoeding.
De eerste stap is te bepalen bij welke rechter een civiele procedure moet worden gevoerd. In eerste aanleg kan een procedure aanhangig worden gemaakt voor de kantonrechter, de voorzieningenrechter of de “gewone” rechter.
Om vervolgens te bepalen welke rechtbank in het land bevoegd is om de zaak te behandelen, wordt gekeken naar de zogenaamde relatieve competentie. De hoofdregel is te vinden in artikel 99 Rv, dat bepaalt dat de rechtbank in de woonplaats van de gedaagde de bevoegde rechtbank is. Op deze regel zijn een aantal in de wet geregelde uitzonderingen. Daarnaast komt het geregeld voor dat partijen in een overeenkomst afspraken maken over welke rechtbank bevoegd is om van een geschil over die overeenkomst kennis te nemen. In internationale geschillen wordt de bevoegdheid van de rechter bepaald aan de hand van internationale verdragen in combinatie met nationaal recht.