In het civiele recht kunnen zaken met een dagvaarding of een verzoekschrift worden ingeleid. De meeste civiele zaken worden echter ingeleid met een dagvaarding. Deze procedure heet dan ook de dagvaardingsprocedure.
Een civiele dagvaardingsprocedure voor de gewone rechtbank begint met het betekenen door de deurwaarder van een door de advocaat van de eisende partij opgestelde dagvaarding. De deurwaarder geeft de dagvaarding af aan de gedaagde partij (het betekenen), zodat deze op de hoogte is van het feit dat er een procedure aanhangig is gemaakt. In de dagvaarding is een zogenaamde roldatum genoemd, voor welke datum de gedaagde partij zich met een advocaat bij de rechtbank dient te melden. Er moeten minstens acht dagen zitten tussen de betekening van de dagvaarding en de eerste roldatum, zodat de gedaagde de tijd heeft om een advocaat te zoeken. Vanaf het moment van betekening is de procedure aanhangig. Zie de uitgebreide pagina over de bodemprocedure.
In Nederland kan je een civiel proceudure starten zonder advocaat. Het inschakelen van een advocaat wordt ook wel procesvertegenwoordiging genoemd. Bij civiele procedures die voor de kantonrechter worden gevoerd, is het niet noodzakelijk om een advocaat te hebben. Voor alle overige civiele procedures, zoals die voor de voorzieningenrechter of de gewone rechtbank, is het wél verplicht om een advocaat in te schakelen. In hoger beroep is een advocaat altijd verplicht, ongeacht het type zaak. Een overzicht van zaken waarvoor wel of niet een advocaat nodig is, is te vinden op de website van de Rechtspraak.
Naast de vraag of je verplicht bent een advocaat in te schakelen, is het ook belangrijk om te weten of je een rechtsbijstandsverzekering hebt. Deze verzekering kan namelijk de kosten van juridische bijstand dekken. Wat veel mensen niet weten, is dat de wet recht geeft op vrije advocaatkeuze onder een rechtsbijstandsverzekering. Zie de uitgebreide pagina over het recht op een vrije advocaatkeuze bij een rechtsbijstandsverzekeraar.
Als je verzekerd bent voor rechtsbijstand, heb je dus het recht om zelf een advocaat te kiezen. Dit betekent dat de verzekeraar uw keuze moet respecteren, ongeacht of het in jouw zaak verplicht is om een advocaat in te schakelen of dat er al een dossier bij de verzekeraar zelf is geopend. Ook als de zaak nog in een vroeg stadium verkeert, kun je ervoor kiezen om een externe advocaat in te schakelen, die de kosten direct via de rechtsbijstandsverzekering kan declareren. Lees meer over de rechtsbijstandverzekering op deze pagina.
Een second opinion kan nuttig zijn als je twijfelt over het advies van uw huidige advocaat of wanneer je zekerheid wilt over de juridische koers van uw zaak. Hierbij wordt uw dossier herbeoordeeld door een onafhankelijke advocaat. Dit kan helpen om een beter inzicht te krijgen in de haalbaarheid van een procedure of hoger beroep. Voor meer informatie over second opinions, zie de betreffende pagina.
In de dagvaarding wordt een roldatum genoemd. Op deze datum vindt een schriftelijke zitting plaats waarbij de rechter controleert of de dagvaarding goed is uitgebracht en de gedaagde heeft gereageerd op de dagvaarding. Partijen hoeven op deze datum niet fysiek aanwezig te zijn, maar moeten zich bij advocaat stellen. Ook de advocaat hoeft zich niet fysiek bij de rechtbank te melden, maar laat weten dat hij of zij de gedaagde vertegenwoordigt.
De wet schrijft voor dat een dagvaarding aan bepaalde eisen voldoet, zoals een beschrijving van de vordering (het zogenaamde petitum; wat wil de eiser dat de rechtbank doet), de juridische gronden waarop de vordering is gebaseerd en een gedetailleerde beschrijving van de feiten en omstandigheden die tot toewijzing van de vordering moeten leiden met waar nodig bewijs van de gestelde feiten. In civiele procedures is het mogelijk om een groot aantal uiteenlopende vorderingen in te stellen, zoals bijvoorbeeld nakoming van een uit een verbintenis voortvloeiende verbintenis, een verbod om iets te doen of de betaling van een geldbedrag.
Naast de hoofdvordering kun je ook vorderen dat er een dwangsom wordt opgelegd om ervoor te zorgen dat de veroordeling, waarbij iets moet worden gedaan, nagelaten of gegeven, wordt nageleefd. Dit betekent dat de andere partij een geldbedrag moet betalen voor iedere keer dat hij of zij zich niet aan het vonnis houdt. Dit kan bijvoorbeeld bij een incassoprocedure als de gedaagde alsnog niet betaald of bij een procedure waarbij een gedaagde een voorwerp moet afgeven maar dit nalaat. Lees meer over de dwangsom en de verjaring daarvan op deze pagina.
In civiele procedures is het ook mogelijk om via een dagvaarding een derde partij in vrijwaring op te roepen. Dit betekent dat je een derde partij betrekt in een reeds lopende rechtszaak, met het doel om, indien je zelf wordt veroordeeld, de schade direct op deze derde partij te kunnen verhalen. Het in vrijwaring oproepen kan nuttig zijn wanneer je van mening bent dat een ander uiteindelijk aansprakelijk is voor de vordering tegen jou. Zie de pagina over vrijwaring voor meer informatie.
Zowel de eiser als de gedaagde moeten griffierecht betalen aan de rechtbank om te mogen procederen. De hoogte van het te betalen bedrag hangt af van de omvang van de zaak en de hoedanigheid van de procespartij (rechtspersoon, natuurlijk persoon of onvermogend) en is terug te vinden op de website van de rechtspraak. Als niet tijdig wordt betaald, loopt de eiser het risico van ontslag van instantie (beëindiging van de procedure) en de gedaagde het risico dat er een verstekvonnis tegen hem wordt gewezen. In de praktijk wordt het griffierecht vaak door tussenkomst van de advocaat betaald.