Wanneer een geschil ontstaat tussen partijen uit verschillende landen, is het essentieel om vast te stellen onder welk rechtssysteem het geschil valt.
Voor sommige overeenkomsten bestaan er specifieke regels die zwakkere partijen beschermen, zoals:
Voorbeeld: een Nederlandse werknemer die voor een Duitse werkgever werkt, maar gewoonlijk werkt in Nederland, geniet altijd de bescherming van het Nederlandse ontslagrecht. Een Nederlandse consument die online een zaak koopt in Spanje, wordt beschermd door het Nederlandse consumentenrecht.
De internationale koopovereenkomst wordt geregeld door de Convention on International Sale of Goods(in het Nederlands: het Weens Koopverdrag). Het Weens Koopverdrag gaat voor op de Rome-I verordening. Het Weens Koopverdrag is van toepassing op internationale koopcontracten tussen professionele partijen (dus geen consumenten) met betrekking tot roerende zaken, zoals mondkapjes. Nederland en vrijwel alle grote handelspartners zoals Duitsland, de Verenigde Staten, China, Frankrijk en Japan – het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke uitzondering – zijn partij bij het WKV. Het WKV wijkt op essentiële punten af van Nederlands recht, zoals de onderzoeks- en klachtplicht, het moment van risico-overgang en de vraag wanneer er sprake is van een tekortkoming.
Voor niet-contractuele verplichtingen, zoals onrechtmatige daad, onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming en afgebroken onderhandelingen, bepaalt de Rome-II-verordening het toepasselijke recht. Ook deze verordening geldt voor alle EU-lidstaten, met uitzondering van Denemarken. Meestal geldt het recht van het land waar de schade zich voordoet. Deze verordening geldt niet voor productaansprakelijkheid, daarvoor geldt het Haags Productaansprakelijkheidsverdrag.