2 min lezen

concurrentiebeding

Thomas van Vugt
Thomas van Vugt
Neem contact op

Bescherming tegen concurrentie door de agent

Het komt regelmatig voor dat er in een agentuurovereenkomst een concurrentiebeding, ook wel een non-concurrentiebeding genoemd, is opgenomen. De opdrachtgever van de agent, de principaal, kan zich op die manier beschermen tegen concurrentie van zijn eigen agent na afloop van de agentuurovereenkomst.

Agenten realiseren zich bij het aangaan van een agentuurovereenkomst niet altijd welke vergaande implicaties zo’n concurrentiebeding kan hebben voor hun business na afloop van het contract.

Mogelijkheden niet onbeperkt

De mogelijkheden voor het overeenkomen van een concurrentiebeding zijn niet onbeperkt. De wet stelt diverse eisen en beperkingen aan een concurrentiebeding, waar niet rechtsgeldig van kan worden afgeweken. Een concurrentiebeding moet schriftelijk zijn vastgelegd. Mondelinge afspraken hebben dus geen juridische waarde.

Verder kunnen er alleen afspraken worden gemaakt over de goederen of diensten waarvan de agent de vertegenwoordiging had en dat alleen maar in het gebied dat of in de klantenkring die aan de agent was toevertrouwd. De maximale duur van het concurrentiebeding is twee jaar, te rekenen vanaf de dag dat de agentuurovereenkomst is geëindigd. Het is dus niet mogelijk om een langere werking van het concurrentiebeding af te spreken.

In de wet staan drie gevallen opgesomd waarin de principaal géén beroep kan doen op een concurrentiebeding. Het komt erop neer dat als de agentuurovereenkomst is geëindigd vanwege bepaalde verwijtbare gedragingen van de principaal (bijvoorbeeld: de principaal heeft de agentuurovereenkomst beëindigd zonder daarbij de wettelijke of overeengekomen termijn in acht te nemen), de principaal geen rechten kan ontlenen aan het concurrentiebeding.

Rechter kan op verzoek van agent ingrijpen

Een agent die van mening is dat hij of zij onredelijk hard wordt getroffen door een concurrentiebeding kan naar de rechter stappen. De rechter zal dan beoordelen of de agent door het concurrentiebeding op onredelijke wijze wordt benadeeld. Als de rechter dat van mening is dan kan hij ingrijpen en het beding geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen. De rechter kan ook een boete die op overtreding van het concurrentiebeding is gesteld op verzoek van de agent matigen.

Nieuws-
brief

Ravel Residence