Er zijn twee verschillende groepen van gevallen waarin het gewenst is dat de principaal of de handelsagent zich via een advocaat tot de rechter kan wenden om ervoor te zorgen dat er een voortijdig einde komt aan de agentuurovereenkomst door deze te ontbinden.
De eerste grond waarop partijen de overeenkomst kunnen ontbinden, is vanwege omstandigheden die een dringende reden opleveren. Het gaat dan om omstandigheden van zodanige aard dat van de partij die de overeenkomst wil beëindigen redelijkerwijs niet gevergd kan worden de overeenkomst, zelfs tijdelijk, in stand te laten.
Denk bijvoorbeeld aan de faillietverklaring van de handelsagent of het door de principaal aanstellen van een tweede handelsagent, terwijl hij op grond van de agentuurovereenkomst een uitsluitende bevoegdheid toekwam.
Het beëindigen van de overeenkomst op grond van een dringende reden, is voor die partij een risico. Het is om die reden dat de mogelijkheid voor partijen is gecreëerd om, zonder zelf de overeenkomst te beëindigen, zich tot de rechter te wenden met het verzoek de onmiddellijke of een na korte tijd ingaande ontbinding uit te spreken.
De tweede grond waarop partijen de overeenkomst kunnen ontbinden, is vanwege verandering in de omstandigheden die van dien aard is dat de billijkheid eist dat aan de overeenkomst onmiddellijk of na korte tijd een einde wordt gemaakt. Naast het ontbinden op deze grond, bestaat overigens ook de mogelijkheid de overeenkomst te ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden.
De ontbinding op grond van een van de hiervoor genoemde gronden, te weten op grond van een dringende reden of vanwege de verandering van omstandigheden, dient bij verzoekschrift te worden verzocht aan de bevoegde kantonrechter.
Wanneer met betrekking tot de dringende reden aan de andere partij een verwijt kan worden gemaakt, dan is die partij schadeplichtig. Deze vordering kent een korte verjaringstermijn, want verjaart door verloop van één jaar na het feit dat de vordering deed ontstaan. Dit betreft één jaar na de door de rechtbank uitgesproken ontbinding.
Daarnaast kan de schadeplichtige partij ook worden aangesproken op andere gronden. Bijvoorbeeld op grond van wanprestatie. Wanneer die partij haar contractuele verplichting immers niet nakomt, is zij gehouden de schade te vergoeden indien de tekortkoming haar kan worden toegerekend.
Wanneer de kantonrechter de overeenkomst ontbindt vanwege verandering in de omstandigheden die van dien aard is dat de billijkheid eist dat aan de overeenkomst een einde wordt gemaakt, kan de rechter daarnaast een vergoeding toekennen. Deze vergoeding dient te worden voldaan, al dan niet in termijnen, door de partij van wie het gedrag de ontbinding rechtvaardigt.
Deze bepaling die twee gronden geeft voor de rechterlijke ontbinding van een agentuurovereenkomst is van dwingend recht. Partijen kunnen hier niet van afwijken. Doen partijen dat toch, dan is een dergelijk afwijkend beding nietig.