Bij een koopovereenkomst dient de gekochte zaak aan de overeenkomst te beantwoorden. Dat wil zeggen dat het verkochte de eigenschappen moet bezitten die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. In elk geval moet de zaak de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn en van welke eigenschappen de koper de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Is dat niet het geval, dan is er sprake van non-conformiteit.
In geval van non-conformiteit kan de koper verlangen van de verkoper dat hij het geleverde herstelt of een andere deugdelijke zaak levert. Als dit niet mogelijk is, kan de koper de koopovereenkomst ontbinden en heeft hij recht op restitutie van de reeds betaalde koopprijs.
Een koper komt echter geen beroep toe op non-conformiteit als hij niet aan zijn eigen onderzoeksplicht heeft voldaan. Een koper zal niet over een verborgen gebrek van het geleverde kunnen klagen als hij op het punt van dit gebrek niet een redelijke mate van onderzoek heeft verricht. Het gaat immers niet alleen om wat de koper daadwerkelijk heeft verwacht, maar ook om wat hij -alle omstandigheden in aanmerking genomen- heeft mogen verwachten.
De koper mag alleen die eigenschappen verwachten waarvan hij de aanwezigheid niet hoeft te betwijfelen. Waar hij twijfelt of moet twijfelen, dient hij de verkoper vragen te stellen of zelf onderzoek te verrichten. Soms betekent de onderzoeksplicht dat de koper een deskundige zal moeten inschakelen. Denk aan een door de koper opgedragen bouwkundig onderzoek bij de koop van een woning.
Of, en in welke mate er een onderzoeksplicht rust op een koper hangt af van de omstandigheden. Zo is de onderzoeksplicht van een koper bij de aanschaf van een tweedehands auto aanmerkelijk zwaarder dan bij de aanschaf van een nieuwe auto. Van een tweedehands auto mag en kan niet worden verwacht dat deze aan dezelfde eisen voldoet als een nieuwe auto.
Uiteraard mag de koper in zekere mate van de mededelingen van de verkoper uitgaan. Als een verkoper inlichtingen verschaft over een eigenschap van het gekochte, rust op de koper in principe geen plicht meer om hiernaar zelf onderzoek te doen. Hetzelfde geldt bij door de verkoper afgegeven garanties. De mededelingsplicht van een verkoper prevaleert boven de onderzoeksplicht van de koper. Een verkoper is verplicht een koper in te lichten als hij weet dat het gekochte voor het door de koper beoogde gebruik ongeschikt is. Als de verkoper zijn mededelingsplicht schendt, dan zal hij in het algemeen niet aan de koper kunnen tegenwerpen dat de koper te weinig onderzoek heeft gedaan.
Voorts geldt dat op een professionele koper een zwaardere onderzoeksplicht rust dan op een particuliere koper. Ook als het gaat om andere overeenkomsten dan koopovereenkomsten kan er sprake zijn van een onderzoeksplicht van contractspartijen. Bij een overeenkomst van opdracht kunnen bepaalde opdrachtnemers, zoals banken en notarissen, verplicht zijn onderzoek te verrichten naar (de juistheid van) informatie die hun (niet-professionele) contractspartijen geven. Deze onderzoeksplicht volgt uit de professionele zorgplicht.