Als een ondernemer goederen verkoopt of diensten levert aan consumenten, dan dient de ondernemer bepaalde regels in acht te nemen. Deze regels zijn onder meer opgenomen in de Wet Oneerlijke Handelspraktijken.
De wet bepaalt dat een handelaar tegen een consument onrechtmatig handelt, als de handelaar een oneerlijke handelspraktijk verricht. Een handelspraktijk kwalificeert als oneerlijk, als aan de volgende eisen wordt voldaan:
Als een ondernemer wordt verweten dat hij een oneerlijke handelspraktijk heeft verricht, dan moet de ondernemer aantonen dat hij gelet op de betrokken omstandigheden correct en behoorlijk heeft gehandeld. De bewijslast ligt dus bij de ondernemer.
Een handelspraktijk is in het bijzonder oneerlijk, als de handelspraktijk misleidend of agressief is. Een handelspraktijk is misleidend, als de handelaar onjuiste informatie over zijn producten of diensten mededeelt, bijvoorbeeld met betrekking tot kwaliteit van de producten of over de hoedanigheid van de handelaar. Een handelspraktijk is agressief, als de handelaar de keuzevrijheid van de consument beperkt door middel van dwang, intimidatie of ongepaste beïnvloeding.
In de wet zijn enkele handelwijzen opgenomen die onder alle gevallen misleidend of agressief, en dus onrechtmatig zijn. Het is bijvoorbeeld onder alle gevallen misleidend, als de handelaar onterecht een kwaliteitslogo of keurmerk aanbrengt op zijn producten. Ook als de handelaar beweert dat een product slechts zeer beperkt beschikbaar is, dan misleidt de handelaar de consument. Als een handelaar hardnekkig en ongewenst consumenten belt, dan pleegt de handelaar een agressieve handelspraktijk.
Een oneerlijke handelspraktijk is onrechtmatig. Als een handelaar een oneerlijke handelspraktijk verricht, dan kan de consument de overeenkomst met de handelaar vernietigen.
Daarnaast is de handelaar verplicht de schade die de consument lijdt als gevolg van de oneerlijke handelspraktijk te vergoeden, tenzij de handelaar bewijst dat de schade niet door zijn schuld is ontstaan en niet voor zijn rekening dient te komen.
Tevens riskeert de handelaar die een oneerlijke handelspraktijk verricht een boete van de Autoriteit Consument en Markt.
Het verrichten van een oneerlijke handelspraktijk is in beginsel enkel onrechtmatig tegenover consumenten. Dit betekent dat alleen consumenten bescherming kunnen inroepen op basis van deze wettelijke regeling.
Dit betekent niet dat een ondernemer zonder risico een oneerlijke handelspraktijk kan verrichten tegenover andere ondernemers. Onder omstandigheden kan een rechter alsnog aannemen dat een oneerlijke handelspraktijk ook onrechtmatig is tegenover een andere ondernemer. Dit wordt de reflexwerking genoemd. Voornamelijk kleinere ondernemers kunnen zich op de reflexwerking beroepen.
Voorts dan kan sprake zijn van dwaling, als een ondernemer bewust onjuiste informatie met andere ondernemers deelt. Ook in dat geval kan de andere ondernemer de overeenkomst vernietigen.
De advocaten van AMS hebben veel ervaring met ondernemen en contracteren met consumenten. Daarnaast adviseren de advocaten van AMS veelvuldig bedrijven en particulieren bij het bepalen van hun (rechts)positie. De advocaten zijn sterk betrokken bij de zaken van hun cliënten, werken met korte lijnen en bieden scherpe tarieven.