Als een partij zijn verplichtingen uit een overeenkomst met u niet nakomt, heeft u meerdere mogelijkheden. Op de eerste plaats kunt u vorderen dat de wederpartij alsnog zijn verplichtingen nakomt. Het kan ook zijn dat u niets meer aan nakoming heeft en dat u juist van de overeenkomst af wilt. Onder bepaalde omstandigheden kunt u dan de overeenkomst ontbinden.
De wet bepaalt dat iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis het recht aan de andere partij geeft om de overeenkomst te ontbinden. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijs de hoofdverplichting te zijn; in principe rechtvaardigt iedere tekortkoming van de wederpartij de ontbinding. Het kan echter wel zijn dat de tekortkoming zo gering is, dat die geen ontbinding rechtvaardigt.
Een overeenkomst kan in de meeste gevallen buitengerechtelijk worden ontbonden. Een enkele schriftelijke mededeling aan uw wederpartij is hiervoor genoeg. Het is echter goed denkbaar dat de wederpartij de ontbinding niet accepteert. In die gevallen kunt u bij de rechter via een advocaat ontbinding van de overeenkomst vorderen.
Het gevolg van de ontbinding is dat de grondslag voor het verrichten van de (wederzijdse) prestaties komt te vervallen. Dit betekent dat u niet langer verplicht bent om uw verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst te voldoen. Als u uw verplichtingen reeds heeft voldaan, dan bepaalt de wet dat de wederpartij verplicht is de door u verrichtte prestatie ongedaan te maken.
In bijzondere gevallen kan het voorkomen dat de verplichting om de verrichte prestatie ongedaan te maken erg onpraktisch of zelfs onmogelijk is. Voor deze gevallen bepaalt de wet dat in plaats van de ongedaanmakingsverplichting een redelijke vergoeding voor de verrichte prestatie moet worden betaald.
Het is goed denkbaar dat u door de tekortkoming van uw wederpartij ook schade lijdt. U kunt dan – naast ontbinding – aanspraak maken op aanvullende schadevergoeding. Hiervoor is in beginsel wel vereist dat de tekortkoming aan de wederpartij kan worden toegerekend.
In Nederland geldt als hoofdregel de contractsvrijheid. Deze contractsvrijheid brengt met zich mee dat partijen het recht op ontbinding kunnen beperken of zelfs geheel kunnen uitsluiten. Partijen kunnen bijvoorbeeld bepalen dat ontbinding slechts mogelijk is als een van de partijen ‘zwaar tekortschiet’ in de nakoming van diens verplichtingen. Wat een zware tekortkoming vervolgens inhoudt, zullen de partijen wel in de overeenkomst moeten definiëren.
De contractsvrijheid is niet onbegrensd. Onder bepaalde omstandigheden kunnen de bedingen die het recht op ontbinding uitsluiten onredelijk bezwarend zijn. In dat geval kan het betreffende beding worden vernietigd. Vervolgens kan de overeenkomst alsnog worden ontbonden.
De verbintenissenrecht-advocaten van AMS hebben veel ervaring met het adviseren en over ontbindingskwesties en procederen als dat nodig is. De advocaten zijn sterk betrokken bij de zaken van hun cliënten, werken met korte lijnen en bieden scherpe tarieven.