Erfpacht houdt in dat de eigenaar van de grond deze niet heeft verkocht, maar daarop een gebruiksrecht heeft verleend dat in het kadaster is geregistreerd. De erfpachter is dan bevoegd om de grond te gebruiken, bijvoorbeeld om er een gebouw op te zetten, onder de voorwaarden die bij de vestiging van het recht van erfpacht zijn bepaald. In dat geval wordt ook vaak een opstalrecht gevestigd, wat inhoudt dat de erfpachter eigenaar is en blijft van het op die grond te realiseren bouwwerk (opstal), en de erfverpachter eigenaar is en blijft van de grond waarop die opstal staat. De vergoeding die aan de grondeigenaar wordt betaald voor de erfpacht wordt ook wel canon genoemd. Erfpacht zien we vaak in grote steden, met name in Amsterdam.
In de akte van uitgifte in erfpacht staan de door de erfverpachter (vaak is dat de gemeente, soms is het bijvoorbeeld Natuurmonumenten, of een particulier) aan de erfpacht verbonden voorwaarden. In die erfpachtvoorwaarden staan dan regels over de duur van de erfpacht (vaak enkele tientallen jaren of zelfs eeuwigdurend), de hoogte van de erfpachtcanon en de bestemming van de grond (bijvoorbeeld: wonen, bedrijvigheid, et cetera).
In de akte van uitgifte in erfpacht staan ook regels over de te betalen vergoeding voor het gebruik van de grond. Dat wordt de erfpachtcanon genoemd. Daarover is dan bepaald hoe hoog de canon is, of deze kan worden geïndexeerd en hoe en wanneer hij kan worden geïndexeerd. Daarnaast is over de erfpachtcanon bepaald of en in hoeverre hij kan worden herzien, en of hij kan worden afgekocht. Bij afkoop van de erfpachtcanon wordt deze voor een bepaalde periode (dat kan wel tientallen jaren zijn) vooruitbetaald.
In de akte van uitgifte in erfpacht is ook bepaald voor hoelang de grond in erfpacht is uitgegeven. Dat kan voor bepaalde tijd zijn, waardoor na verstrijken van die tijd de grond teruggaat naar de eigenaar. Indien een opstalrecht is gevestigd gaat de grond in beginsel wel terug naar de eigenaar, maar de eigendom van de op de grond gebouwde opstal niet. Doorgaans is daarom in de akte van uitgifte in erfpacht, waarin dan ook het opstalrecht is vastgelegd, bepaald dat ook dat opstalrecht komt te eindigen, en dat de grondeigenaar daarvoor dan een vergoeding dient te betalen aan de erfpachter.