Net zoals natuurlijke personen en andere rechtspersonen kunnen ook VvE’s betrokken raken bij allerlei soorten rechterlijke procedures. Dat is inherent aan de deelname van het rechtsverkeer, waarbij contracten worden gesloten en partijen op andere gronden rechten en plichten hebben jegens elkaar. De meest voorkomende procedure is wellicht de incassoprocedure wanneer een VvE lid zijn of haar periodieke ledenbijdrage of incidentele extra bijdrage niet tijdig betaalt.
VvE’s kennen daarnaast ook enkele bijzondere procedures waarbij ze betrokken kunnen raken. Zowel als eiser / verzoeker, belanghebbende of als gedaagde / verweerder. Het Burgerlijk Wetboek (BW) kent namelijk een specifieke procedure waarbij besluiten van (de algemene vergadering van) een VVE op zijn redelijkheid kan worden getoetst (en zo nodig vernietigd) door de kantonrechter. In zo’n procedure wordt verzocht een besluit dat door de vergadering is genomen nietig te verklaren of te vernietigen. Hoewel het gevolg van het succesvol voeren van deze procedures hetzelfde is, namelijk dat een besluit dat niet meer bestaat, is een onderscheid tussen die twee procedures van essentieel belang.
Speciaal voor VvE leden is de procedure waarbij om vervangende machtiging van de kantonrechter wordt verzocht om iets te doen. Hiervoor is normaliter toestemming van één van de organen van de VvE vereist.
Tot slot kennen we de procedure waarbij de VvE naleving van de reglementen van een van de leden vordert. Een voorbeeld daarvan is de procedure waarbij verwijdering van een (zonder toestemming geplaatste) airco-installatie wordt gevorderd of het staken van het gebruik van een appartement in strijd met de bestemming daarvan. Meestal wordt een dergelijke vordering in een kort geding beslist.