De term allocatiefunctie ziet op het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van (tijdelijke) arbeid door uitzendbureaus. Denk aan vervanging van werknemers tijdens ziekte of andere afwezigheid, het opvangen van piekuren of soortgelijke plotseling opkomende werkzaamheden.
De allocatiefunctie is specifiek voor de dienstverlening van uitzendbureaus. In de rechtspraak is er discussie geweest over de vraag of het vervullen van deze allocatiefunctie een vereiste was om het wettelijke begrip “
uitzendovereenkomst
De overeenkomst waarbij een werknemer door zijn werkgever zijnde een uitzendonderneming ter beschikking wordt gesteld aan een derde om daar feitelijk te werken.
» Meer over uitzendovereenkomst
uitzendovereenkomst” aan te nemen. De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat de wet niet (met zoveel woorden) voorschrijft dat een uitzendonderneming een allocatiefunctie moet vervullen. Ook ondernemingen die niet vraag en aanbod van personeel bij elkaar brengen, kunnen als zij voldoen aan de wettelijke vereisten worden aangemerkt als een uitzendwerkgever.
Volgens de in artikel 7:690 BW gegeven definitie is een uitzendovereenkomst:
‘de
arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever, ter
beschikking
Uitspraak in een verzoekschriftprocedure
» Meer over beschikking
beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte
opdracht
De overeenkomst waarbij iemand anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst diensten verrichten voor een opdrachtgever.
» Meer over opdracht
opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde.’