De bescherming die een huurder van een 230a-
bedrijfsruimte
Een gebouwde onroerende zaak bestemd voor de uitoefening van een winkelbedrijf, horeca of ambachtsbedrijf en waar een voor het publiek toegankelijke ruimte aanwezig is voor rechtstreekse levering van roerende zaken of voor dienstverlening.
» Meer over bedrijfsruimte
bedrijfsruimte (geen woonruimte of
middenstandsbedrijfsruimte
Bedrijfsruimte bestemd voor de uitoefening van een winkel, horeca of ambachtsbedrijf en waar een voor het publiek toegankelijke ruimte aanwezig is voor rechtstreekse levering van roerende zaken of voor dienstverlening.
» Meer over middenstandsbedrijfsruimte
middenstandsbedrijfsruimte) geniet als de huur wordt opgezegd door de verhuurder.
De huurder kan na het einde van de huurovereenkomst een verzoek indienen bij de rechter om de termijn waarbinnen de ontruiming moet plaats vinden te verlengen. Dit verzoek moet binnen 2 maanden na het tijdstip waarop de ontruiming is aangezegd worden gedaan. De indiening van het verzoek schorst de verplichting van de huurder om tot ontruiming over te gaan totdat de rechter een vonnis heeft gewezen.
Een verzoek wordt alleen toegewezen als de belangen van de huurder (of diens rechtmatige onderhuurder) ernstig worden geschaad en een belangenafweging in het voordeel van de huurder uitvalt. De verlenging is maximaal één jaar plus de mogelijkheid van een tweede verlenging van maximaal één jaar.