Voeging is de procedure waarbij een derde zich in een aanhangig geschil tussen twee andere partijen als partij wil aansluiten bij één van de procederende. Als deze derde als zelfstandige wil deelnemen aan de proceduren noemt men dat
Tussenkomst
Wanneer een derde een zelfstandige procespartij wil innemen in een reeds aanhangig geschil.
» Meer over tussenkomst
tussenkomst.
In de wet is opgenomen dat ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, kan vorderen zich daarin te mogen voegen of daarin te mogen tussenkomen.
Een vordering tot voeging of tussenkomst is een incidentele vordering. De rechtbank beslist of er voldoende belang is. Van voldoende belang is sprake als de derde nadelige gevolgen kan ondervinden van de uitspraak in het geding waarin hij zich wil voegen of wil tussenkomen. Een vordering tot voeging of tussenkomst kan worden afgewezen als de eisen van een goede procesorde voeging in de weg staan. Dit is onder meer mogelijk indien toewijzing van de vordering tot onredelijke vertraging van de hoofdzaak zou leiden.
De term voeging kan ook betrekking hebben op voeging als benadeelde partij in een strafzaak. Slachtoffers van een misdrijf kunnen de rechter vragen hun schadeclaim te voegen in het strafproces. Dit houdt in dat de rechters in de strafprocedure ook een beslissing nemen over de eventuele schadevergoeding die de verdachte partij aan de slachtoffers moet betalen als hij wordt veroordeeld. Deze voegingsprocedure maakt het eenvoudiger voor benadeelden om hun schade te verhalen. Zij hoeven hiervoor dan niet apart naar de civiele rechter. Alleen als de claims te ingewikkeld zijn voor behandeling door de strafrechter, wordt de vordering tot voeging
niet-ontvankelijk
Een partij in een gerechtelijke procedure (rechtszaak) is niet-ontvankelijk als er niet is voldaan aan de formele vereisten.
» Meer over niet-ontvankelijk
niet-ontvankelijk verklaard. In dat geval zullen de benadeelden hun schadeclaim moeten indienen bij de civiele rechter.