Degene aan wie een bevoegdheid toekomt, kan haar niet inroepen, voor zover hij haar misbruikt. Uitgangspunt is dat een rechthebbende zijn recht ook mag gebruiken, maar dat recht wordt begrenst door de (algemene) norm dat dit recht niet misbruikt mag worden. Of sprake is van misbruik van bevoegdheid, zal daarom altijd afhangen van de concrete omstandigheden van het geval. Degene die zich beroept op misbruik van bevoegdheid zal daarbij aan moeten tonen dat sprake is van misbruik. Zo kan sprake zijn van misbruik van bevoegdheid indien een vonnis wordt geëxecuteerd in de wetenschap dat deze executie niet zal leiden tot enig voordeel voor de executant.