In artikel 6:194 BW is bepaald dat iemand die over zijn product of dienst een mededeling openbaar maakt of laat openbaar maken,
onrechtmatig handelt jegens een ander die handelt in de uitoefening van zijn bedrijf, indien deze mededeling in een of meer opzichten misleidend is. Niet alleen een onjuiste mededeling maar ook een onvolledige mededeling kan een misleidend karakter hebben.
De misleiding kan zien op de volgende -niet limitatieve- aspecten:
- de aard, samenstelling, hoeveelheid of eigenschappen van het product
- de herkomst van het product
- de prijs of de wijze van berekening daarvan
- toegekende onderscheidingen of beoordeling door vakjury’s
- voorwaarden waaronder de goederen worden geleverd
- garantiebepalingen
- identiteit, hoedanigheid of bekwaamheid van de degene die het product of dienst levert
Dit artikel ziet enkel op de onrechtmatigheid jegens andere ondernemingen (concurrenten bijvoorbeeld) of belangenorganisaties. Consumenten kunnen sinds de implementatie van Europese regelgeving geen beroep meer doen op dit artikel maar zijn aangewezen op de artikelen betreffende
oneerlijke handelspraktijken (art. 6:193a e.v. BW).
Hierin is overigens een soortgelijke bepaling opgenomen. Artikel 6:193c BW bepaalt dat een handelspraktijk misleidend is indien informatie wordt verstrekt die feitelijk onjuist is of die de gemiddelde
consument misleidt of kan misleiden. Op basis van de onjuiste informatie besluit de consument of kan hij besluiten iets te kopen of een
overeenkomst te sluiten, terwijl hij dit anders niet had gedaan.