In de wet is bepaald dat iemand die een
onrechtmatige daad
Onrechtmatig handelen leidt tot aansprakelijkheid. In sommige gevallen geeft de wet aan dat een derde aansprakelijk is voor door een ander veroorzaakte schade.
» Meer over onrechtmatige daad
onrechtmatige daad pleegt, verplicht is de schade te vergoeden die de ander dientengevolge lijdt. Voor het slagen van een actie uit onrechtmatige daad moet aan vijf eisen zijn voldaan: onrechtmatigheid, toerekenbaarheid, schade, causaliteit en relativiteit (ook wel het relativiteitsbeginsel).
Met het relativiteitsbeginsel wordt bedoeld dat de door de dader overtreden norm moet zijn geschreven ter bescherming van het geschonden belang. Het relativiteitsbeginsel is vastgelegd in artikel 6:163 BW: “geen verplichting tot schadevergoeding bestaat wanneer de geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen de schade zoals de benadeelde die heeft geleden.”
Zo werd in een klassiek arrest van de Hoge Raad (het Tandartsenarrest) beslist dat het uitoefenen van het beroep van tandarts zonder het vereiste diploma weliswaar
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig is, maar in beginsel niet ten opzichte van wel gediplomeerde tandartsen.