De wettelijke regeling over faillissementen is niet geschikt voor natuurlijke personen: schulden die niet door het faillissement kunnen worden voldaan na het einde van het faillissement bestaan. Vaak krijgen schuldeisers zelfs geheel geen uitkering. De Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) biedt natuurlijke personen met schulden de mogelijkheid om na het volgen van een driejarig traject met een schone lei verder te gaan. Toelating tot de Wsnp is ook mogelijk wanneer sprake is van schulden in het buitenland. Advocaat insolventierecht Hidde Reitsma legt uit.
Om te worden toegelaten tot de WSNP dient aan een aantal vereisten te worden voldaan. Een belangrijk vereiste is dat de schuldenaar in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek ten aanzien van het ontstaan en het onbetaald laten van zijn schulden “te goeder trouw” is geweest. Als namens een schuldenaar een verzoek tot toelating tot de Wsnp wordt ingediend, dient de schuldenaar aan te tonen dat zijn schulden te goeder trouw zijn ontstaan. Van bepaalde schulden heeft de wetgever aangenomen dat zij niet te goeder trouw zijn ontstaan. Onder meer schulden die ontstaan zijn door fraude met sociale zekerheidsuitkeringen, slecht ondernemerschap, belastingschulden en schulden die zijn ontstaan doordat de schuldenaar in aanraking is gekomen met justitie worden geacht niet te goeder trouw te zijn ontstaan. Ook hoge verkeersboetes en andere boetes die zijn opgelegd op grond van de Wet Mulder kunnen hieronder vallen. Als er sprake is van schulden die niet te goeder trouw zijn ontstaan, zal een verzoek tot toelating tot de Wsnp in de regel worden afgewezen.
Het criterium voor wettelijke schuldsanering is dat er sprake moet zijn van problematische schulden. Er moet sprake zijn van schulden die zo hoog zijn opgelopen dat het met uw inkomen niet meer mogelijk is om uw schulden af te betalen zonder nog verder in de financiële problemen te komen. Er is dus geen minimum bedrag of minimaal aantal schuldeisers nodig om toegelaten te worden tot de Wsnp. Ook indien u slechts één schuld heeft van geringe omvang kunt u worden toegelaten tot de Wsnp. Wel kan een verzoek worden afgewezen als de aanvrager geen redelijk belang heeft bij een Wsnp traject. Het schuldsaneringstraject duurt in de meeste gevallen drie jaar. In sommige gevallen kan het traject worden verkort of verlengd tot vijf jaar. Verkorting komt zelden voor. Wel kan de Wsnp eerder eindigen door alle schulden geheel af te lossen. Een verzoek tot toelating tot de Wsnp kan niet worden gedaan als in de 10 jaar voor het verzoek, de schuldsaneringsregeling al op u van toepassing is geweest. Voldoet u tijdens het schuldsaneringstraject aan alle vereisten, dan verkrijgt u na het einde van de schuldsaneringsregeling een zogenaamde schone lei. Dit houdt in dat al uw schulden die tijdens de Wsnp niet geheel zijn afgelost, worden kwijt gescholden. Meestal zal de bewindvoerder een crediteurenakkoord trachten te bereiken.
In nagenoeg alle landen van de EU-landen geldt de Insolventieverordening (Verordening 1346/2000/EG). Op basis van deze verordening worden in Nederland uitgesproken insolventieprocedures, waaronder de Wsnp, erkend in andere EU-lidstaten (behalve Denemarken). Ook worden op grond van deze verordening buitenlandse schulden meegenomen in de Nederlandse Wsnp. Deze buitenlandse schuldeisers uit EU-lidstaten kunnen zich tijdens het Wsnp-traject dan ook niet op vermogen van de schuldenaar (binnen de Europese unie) verhalen, maar delen aan het einde van de schuldsanering wel mee in de slotuitdeling. De schuldenaar verkrijgt na beëindiging van de Wsnp niet automatisch een schone lei in het buitenland. Daarvoor dient hiervoor bij een rechtbank van het land waar de schulden zijn ontstaan een separaat verzoek te worden ingediend (tot erkenning van de beslissing van de Nederlandse rechter tot het verlenen van een schone lei). Voor niet-EU-landen bestaat een dergelijke verordening niet. Schulden in deze landen kunnen wel worden meegenomen in de Wsnp. Omdat de schone lei in deze landen in beginsel geen werking heeft (tenzij sprake is van een erkenningsverdrag tussen Nederland en het betreffende land) kan de betreffende schuldeiser zich ook na het einde van de Wsnp nog verhalen op het (buitenland) vermogen van de schuldenaar.
De advocaten van AMS hebben veel ervaring op het gebied van faillissementsrecht en kunnen u adviseren over het indienen van een verzoek tot toelating tot de Wsnp. Het verzoek moet aan de nodige formaliteiten voldoen. Daarnaast is het verstandig om de mogelijke gevolgen van het starten van een Wsnp-traject zoveel mogelijk in kaart te brengen zodat u niet wordt geconfronteerd met onvoorziene gevolgen.