De
ondernemingskamer
Een afdeling van het Gerechtshof te Amsterdam dat bevoegd is kennis te nemen van diverse ondernemingsrechtelijke en sociaal- of financieel-economisch georiënteerde zaken.
» Meer over ondernemingskamer
Ondernemingskamer heeft recentelijk een verzoek tot het houden van een onderzoek naar het beleid van een vennootschap toegewezen. Er bestond teveel onduidelijkheid over een zakelijke samenwerking tussen de vennootschap en een andere BV. Wanneer wordt een dergelijk verzoek toegewezen? Advocaat ondernemingsrecht Marco Guit licht de enqueteprocedure toe aan de hand van deze uitspraak.
In deze zaak speelde het volgende. Verzoeker in deze zaak is aandeelhouder van 10% van de
aandeel
De gedeelten waarin het kapitaal van een BV of NV is verdeeld.
» Meer over aandeel
aandelen in de vennootschap, Wikkelbok BV. De overige aandelen zijn verdeeld onder 5 andere aandeelhouders waaronder Wijtec BV die tevens de grootste aandeelhouder is. In 2007 heeft Wijtec BV een nieuwe BV opgericht, Cabsol BV, en is hiervan enig bestuurder. Wijtec BV en Wikkelbok BV sloten destijds een optieovereenkomst waarin is afgesproken dat Wikkelbok BV een afroepbare optie krijgt voor 50% van de aandelen in Cabsol BV. Voorts komen zij overeen nauw te gaan samenwerken. Zo zal Cabsol BV o.a. aan Wikkelbok BV
goed
Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.
» Meer over goed
goederen leveren welke Wikkelbok BV met een marge zal doorverkopen. In 2012 koopt Wikkelbok BV 33,3 % van de aandelen in Cabsol BV voor € 6.000. Deze worden in 2013 weer terugverkocht aan Cabsol BV voor hetzelfde bedrag.
Verzoeker ziet deze samenwerking en de
aandelenoverdracht
De verkoop van aandelen
» Meer over aandelenoverdracht
aandelentransactie met argus ogen aan. Immers, Wijtec BV is de grootste aandeelhouder van Wikkelbok BV maar tevens bestuurder van zakenpartner Cabsol. De vraag is dus of de transacties puur zakelijk zijn of dat er meer achter zit. Ondanks vragen van verzoeker aan het bestuur van Wikkelbok om meer helderheid in de beweegredenen van het beleid op dit punt, blijven de afspraken voor verzoeker vaag. Er dreigt een aandeelhoudersgeschil te ontstaan. Verzoeker stelt daarom een enquêteprocedure in bij de Ondernemingkamer (de OK). Hij verzoekt de OK een onderzoek te gelasten naar het beleid bij Wikkelbok. Als grond hiervoor stelt verzoeker dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid.
De OK stelt voorop dat er sprake is van een verknooptheid van belangen van Wikkelbok enerzijds met die van Cabsol BV anderzijds, althans met de belangen van Wijtec. Terecht vraagt verzoeker zich af of er ter zake de in- en verkooptransacties van Wikkelbok met Cabsol steeds “at arms’ lenght” is gehandeld. De door Wikkelbok BV gestelde zakelijkheid van deze transacties is naar mening van de OK onvoldoende inzichtelijk gemaakt. Dit geeft aanleiding om te betwijfelen of (het bestuur van) Wikkelbok het eigen belang van de vennootschap wel steeds voldoende in het oog heeft gehouden.
Daar komt nog bij dat verzoeker welbewust onkundig is gehouden door Wikkelbok van de optieovereenkomst. Terwijl verzoeker destijds een
prioriteitsaandeel
Een aandeel waaraan bepaalde zeggenschapsrechten zijn verbonden.
» Meer over prioriteitsaandeel
prioriteitsaandeel bezat en aldus aanspraak had op die informatie. Het achterhouden van deze informatie en de daarop volgende geheimzinnigheid versterkt de twijfel over de zakelijkheid, aldus de OK. Zij acht een onderzoek naar het beleid en die gang van zaken dan ook noodzakelijk en wijst het verzoek toe.
Een aandeelhouder of belanghebbende kan de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam verzoeken een onderzoek te doen naar het beleid van een vennootschap. Dit heet een
enquêteprocedure
Een gerechtelijke procedure bij de Ondernemingskamer. De OK kan een onderzoek naar de gang van zaken bij en het beleid van een bedrijf bevelen, in dat kader ingrijpen in de onderneming.
» Meer over enquêteprocedure
enquêteprocedure. De OK wijst het verzoek een onderzoek te gelasten alleen toe wanneer is gebleken van “gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen”. In deze zaak was dat dus het geval. Het onderzoek zal verder moeten uitwijzen of er inderdaad sprake is geweest van misstanden bij het beleid.