Het samenwerken in een vennootschap onder firma kan vele voordelen, maar ook nadelen met zich brengen. Dit is iets wat wij in de praktijk vaak zien. Wat gebeurt er als de samenwerking in de vof stopt? Hoe moet er worden omgegaan met de lopende zaken? Onlangs behandelde de rechtbank Midden Nederland een zaak hierover. Advocaat ondernemingsrecht Hidde Reitsma legt uit.
Na een lange periode van samenwerken zegde Vennoot A de samenwerking met Vennoot B op. Het probleem was (onder meer) dat één groot project nog lopende was. Vennoot B was van mening dat dit project in privé door hem werd afgehandeld en niet bij de verdeling van de vof zou behoren. Vennoot A was er daarnaast dan ook niet tot nauwelijks bij betrokken geweest. Vennoot A betwistte dat en vorderde (onder meer) via een advocaat een
declaratoir vonnis
Een vonnis waarmee de rechter door middel van een zogenaamde verklaring voor recht een rechtsverhouding tussen partijen vaststelt.
» Meer over declaratoir vonnis
verklaring voor recht dat het project in verband met onteigeningszaak is aangegaan namens de vof.
De rechter onderzocht of Vennoot B het project al dan niet in privé aan was gegaan. Op basis van e-mailcorrespondentie waar er werd gesproken over ‘wij’ en brieven die werden verstuurd aan derden met het briefhoofd van de vof, concludeerde de rechter uiteindelijk dat het project was aangegaan namens de vof .
De vraag resteert of de opbrengst van het project onderdeel moet vormen van de verdeling van de gemeenschap en of de rechter hierover haar oordeel moet vellen. Dit laatste is alleen het geval indien partijen niet tot overeenstemming kunnen komen over de wijze van de verdeling van de gemeenschap. Artikel 3:185 BW geeft de rechter de mogelijkheid om op vordering van de meest gerede partij de wijze van de verdeling te gelasten of zelf de verdeling van de vof vast te stellen, al dan niet met aanwijzing van een deskundige. Het antwoord hierop blijft in deze zaak achterwege, aangezien geen van de partijen een vordering tot verdeling van de vof had ingesteld. Dit laatste had echter wel, gezien de huidige stand van zaken ten aanzien van de vof, voor de hand gelegen.
Het is niet ondenkbaar dat de rechter dit grote project bij de verdeling van de vof had betrokken. Zijn er immers geen nadere afspraken gemaakt, bijvoorbeeld in de vorm van een
contract
Een akte (schriftelijke vastlegging) van een overeenkomst.
» Meer over contract
contract, dan wordt tussen de vennoten alles evenredig verdeeld. Gezien het feit dat het project uit hoofde van de vof was aangegaan, zal het project in de verdeling worden meegenomen. Ook Vennoot A komt in dit geval 50 procent van de winst van het project toe.
Een interessant aspect dat niet werd belicht is dat ook als zou worden geconcludeerd dat Vennoot B het project in privé was aangegaan, het project in de verdeling zou moeten worden opgenomen. Er zou dan beargumenteerd kunnen worden Vennoot B
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig handelde jegens Vennoot A door in concurrentie te treden. Hier is veel jurisprudentie over in het voordeel van Vennoot A. Concurreren met je eigen vof mag immers niet zomaar.
Het verdelen van een vof blijft altijd een lastige situatie. De hamvraag is wat er nu wel, en wat er nu niet in de verdeling moet worden meegenomen. Het is dan ook raadzaam om dit met een advocaat te bespreken. Bij de verdeling van een vof liggen kleine fouten al gauw op de loer.