Na de rechtbank en het hof heeft nu ook de Hoge Raad zich gebogen over de vordering van de Vereniging Effectenbezitters (VEB) tegen Air France KLM. VEB eiste in de procedure een hogere
dividend
Winstuitdeling aan aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap.
» Meer over dividend
dividend uitkering. Is het besluit tot winstreservering van Air France KLM in strijd met de bijzondere
zorgplicht
De verplichting van een opdrachtnemer om de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen.
» Meer over zorgplicht
zorgplicht ten aanzien van de
minderheidsaandeelhouder
Een aandeelhouder die een minderheid van de aandelen bezit
» Meer over minderheidsaandeelhouder
minderheidsaandeelhouder? Advocaat vennootschapsrecht Marco Guit bespreekt het arrest.
In 2004 is KLM overgenomen door Air France. Air France wordt houder van 96,3 % van de gewone
aandeel
De gedeelten waarin het kapitaal van een BV of NV is verdeeld.
» Meer over aandeel
aandelen en prioriteitsaandelen in KLM. VEB c.s. zijn minderheidsaandeelhouders. In de
statuten
De statuten vermelden bij rechtspersonen met in aandelen vermeld kapitaal het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het soort, aantal en het bedrag van de aandelen. Voorts bevatten de statuten bepalingen over bestuur, aandeelhoudersvergadering, een eventuele raad van commissarissen, ontbinding en vereffening.
» Meer over statuten
statuten van KLM is een regeling opgenomen welke inhoudt dat de vergadering van prioriteitsaandeelhouders kunnen besluiten tot een winstreservering. Conform deze regeling hebben de prioriteitsaandeelhouders in 2008 besloten om 90,7% van de winst te reserveren. Het restant is vervolgens in dividend van € 0,58 uitgekeerd aan de aandeelhouders.
VEB c.s. vinden dit bedrag niet marktconform. Air France heeft als prioriteitsaandeelhouder misbruik gemaakt van haar machtspositie nu zij het dividend zo vaststelt dat de KLM aandeelhouders hetzelfde bedrag krijgen als de Air France aandeelhouders terwijl KLM als bedrijf veel beter presteert dan Air France. Het besluit is volgens VEB c.s. in strijd met de
redelijkheid en billijkheid
Een bron van ongeschreven objectief recht waaraan mensen zich moeten gedragen jegens elkaar.
» Meer over redelijkheid en billijkheid
redelijkheid en billijkheid: er is onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de minderheidsaandeelhouders. VEB c.s. vorderen vernietiging van het besluit. De rechtbank en in
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep het hof wijzen de vorderingen van VEB c.s. af. Het beroep in
cassatie
Het beroep dat tegen een arrest van het Hof kan worden ingesteld bij de Hoge Raad
» Meer over cassatie
cassatie bij de Hoge Raad wordt eveneens afgewezen.
De Hoge Raad stelt voorop dat de prioriteitsaandeelhouders (als tevens zijnde grootaandeelhouders) in deze zaak bij het nemen van besluiten zorgvuldigheid in acht moeten nemen ten aanzien van de belangen van de minderheidsaandeelhouders. De rechter moet echter terughoudend zijn bij de beoordeling of een orgaan van een
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
rechtspersoon bij het nemen van een besluit alle belangen voldoende heeft afgewogen. Het betreffende orgaan moet immers in grote mate vrij zijn besluiten te beoordelen en te nemen naar eigen goeddunken. In deze zaak had het hof volgens de Hoge Raad terecht geoordeeld dat Air France KLM de argumenten voor de versterking van de reserves naar redelijkheid en billijkheid heeft afgewogen tegen het belang van de minderheidsaandeelhouders. VEB c.s. moeten zich neerleggen bij de winstreservering en de lage dividend uitkering.
Volgens artikel 2:8 Burgerlijk Wetboek (BW) moeten een rechtspersoon en alle betrokken organen zich redelijk en billijk naar elkaar gedragen. Deze gedragsregel behelst een zorgvuldigheidsnorm die ook in acht moet worden genomen als het gaat om de positie van minderheidsaandeelhouder tegenover de meerderheidsaandeelhouder. Een aandeelhouder heeft verschillende middelen om bij een geschil het beleid of besluit van een onderneming te laten toetsen. Op grond van artikel 2:15 BW kan een besluit vernietigd worden als het besluit in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Zoals ook uit deze uitspraak blijkt wordt strijdigheid pas aangenomen als het besluit bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen redelijkerwijs niet tot stand had kunnen komen. Dat er sprake is van een verschil van inzicht over de bedrijfsvoering of strategie is onvoldoende.